Rechtspraak
Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Verweerder 1 heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht in financiƫle aangelegenheden en de - in het bijzonder financiƫle - afspraken met klagers onvoldoende schriftelijk vastgelegd. Hiermee heeft verweerder 1 de kernwaarde integriteit geschonden. De raad is van oordeel dat voor de vijf gegrond verklaarde klachtonderdelen, gelet op de ernst daarvan en het gebleken gebrek aan voortschrijdend inzicht over de juistheid van zijn handelwijze, in beginsel de maatregel van een voorwaardelijke schorsing aan de orde is. Aan de andere kant weegt de raad ten gunste van verweerder 1 mee dat hij al sinds 1999 advocaat is, met een blanco tuchtrechtelijk verleden. Rekening houdende met alle omstandigheden zal de raad een berisping als passende maatregel opleggen.
Klacht over kantoorgenoot van de eigen advocaat die tot inning van de openstaande declaraties is overgegaan deels gegrond. Verweerder 2 heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door voorafgaand aan het indienen van het verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag geen overleg te voeren met de deken. De raad acht hiervoor de oplegging van een waarschuwing passend en geboden.