Naar boven ↑

Rechtspraak

Artikel 56 lid 1 Advocatenwet. Hoger beroep te laat ingesteld. Verweerder wist althans kon vanaf 5 oktober 2020 om 12.28 uur weten dat de beslissing van de raad aan hem was toegezonden per aangetekende e-mail en dat hij van de inhoud daarvan kennis kon nemen. Dat verweerder die beslissing eerst op 13 oktober 2020 om 13.52 uur heeft opgevraagd komt voor zijn rekening en risico. Geen gronden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Verweerder wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak wordt niet toegekomen. Artikel 48ac juncto artikel 57 lid 2 Advocatenwet bepalen dat een proceskostenveroordeling kan worden opgelegd als een klacht gegrond wordt verklaard en een maatregel wordt opgelegd. Hoewel het in dit geval niet tot een inhoudelijke beoordeling is gekomen, acht het hof een proceskostenveroordeling op zijn plaats. In verband met de dateringen van de beslissing van de raad en van het beroepschrift, heeft het hof ambtshalve bij de raad onderzoek gedaan naar de datum en de wijze van verzending per e-mail van de bestreden beslissing. Het hof heeft partijen op voorhand op de hoogte gesteld van de bevindingen en partijen in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Vervolgens is een mondelinge behandeling bepaald. Verweerder is niet verschenen. Klager is wel op de mondelinge behandeling verschenen en heeft kosten gemaakt om een nadere toelichting te geven. In het licht van deze omstandigheden en gelet op het feit dat de door de raad uitgesproken gegrondverklaring van de klacht en de daarbij opgelegde maatregel van kracht blijven, veroordeelt het hof verweerder in de proceskosten.