Rechtspraak
De raad is van oordeel dat verweerder het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad door betrokken te raken bij het opzetten van een bedrijf dat een concurrent werd van het bedrijf van klaagster met wie hij al jarenlang samenwerkte en dat zich op hetzelfde terrein als het bedrijf van klaagster bewoog, namelijk het bijstaan van huurders met name bij zaken bij de Huurcommissie en de nasleep daarvan. Daarnaast is verweerder op enig moment opgetreden als advocaat van klaagster. Bij dit alles speelt mee dat verweerder klaagster op geen enkele manier over het opzetten van dat bedrijf informeerde, terwijl hun samenwerking voortduurde. Klaagster moest er zelf achter komen wat er speelde. Dit past een behoorlijk advocaat niet. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. De overige onderdelen van de klacht zijn ongegrond.