Rechtspraak
De voorzitter stelt vast dat in de onderhavige klachtzaak de gevolgen van het gestelde handelen of nalaten in elk geval op 15 september 2017 aan klager bekend waren. Ingevolge het bepaalde in artikel 46g lid 2 Advocatenwet verstreek de termijn waarbinnen klager kon klagen op 15 september 2018. Klager heeft eerst bij brief d.d. 30 mei 2019 geklaagd zodat de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bepaalde termijn is verstreken. Klager kan dan ook niet in zijn klacht worden ontvangen. De voorzitter zal de klacht op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.