Rechtspraak
Voorzittersbeslissing. Verweerster mocht namens haar cliƫnte de voorwaarde blijven stellen dat na het onuitvoerbare vonnis in kort geding eerst een aanvullende regeling voor een veilige overdracht van de kinderen met klager zou worden afgesproken voordat hij de kinderen bij zich zou kunnen hebben. Met deze handelwijze heeft verweerster dan ook geenszins de kortgedinguitspraak gesaboteerd of de belangen van klager onnodig of evenredig geschaad, zonder doel. Kennelijk ongegrond.