Rechtspraak
Bekrachtiging beslissing raad, waarbij de klacht op één onderdeel gegrond is verklaard met oplegging van een waarschuwing. Gedragsregel 7 (oud) betreft de verhouding tussen een advocaat en een cliënt. Tussen klager en verweerder is geen advocaat/cliënt relatie tot stand gekomen. Desondanks kan het optreden van de advocaat in strijd zou zijn met hetgeen een behoorlijk handelend advocaat betaamt en daarmee alsnog tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hiervan kan sprake zijn indien klager stelt en voldoende aannemelijk maakt dat het optreden van verweerder voor de wederpartij van klager in de gegeven omstandigheden zo bezwaarlijk is geweest, dat verweerder zich daarvan had moeten onthouden. Als onvoldoende gemotiveerd betwist staat vast dat de advocaat kennis heeft genomen van een uitvoerige beschrijving van het feitencomplex van klager en dat hij hierover niet enkel in algemene zin maar ook inhoudelijk met klager heeft gesproken. Onder deze omstandigheden stond het de advocaat niet vrij later tegen klager op te treden.
Verweerder heeft voor het overige de grens die hem als advocaat van de wederpartij vrij stond niet overschreden.