Naar boven ↑

Rechtspraak

Wrakingsverzoek tegen voorzitter. Met verweerster is de wrakingskamer van oordeel dat het feit dat het door verzoeker gevraagde uitstel van de zitting niet is verleend, en de laatste e-mail van wederpartij van verzoeker in de klachtzaak van 31 december 2019 niet bij voorbaat is geweigerd, niet kan meebrengen dat sprake is van gegronde vrees voor rechterlijke partijdigheid. Zoals verweerster terecht stelt gaat het in beide gevallen om procedurele beslissingen. Daarom valt hieraan niet de gevolgtrekking te verbinden dat de rechterlijke onpartijdigheid van verweerster schade zou kunnen lijden. Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond, volgend wrakingsverzoek wordt niet in behandeling genomen.