Rechtspraak
Klachtzaak en dekenbezwaar in alle onderdelen gegrond. De verweten gedragingen raken de kernwaarden van de advocatuur, met name de kernwaarden onafhankelijkheid en partijdigheid en (financiële) integriteit. Door het handelen van verweerder zijn de belangen van zijn cliënte ernstig, voornamelijk in financiële zin, geschaad. Daarbij acht de raad van belang dat cliënte van verweerder de Nederlandse taal niet goed beheerst en verweerder haar desondanks diverse documenten heeft laten tekenen met verstrekkende gevolgen, zonder zich ervan te vergewissen dat zij bekend was met de inhoud en de strekking hiervan. De gegronde klachtonderdelen hebben betrekking op ernstig en langdurig tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Daarnaast heeft verweerder niet gereageerd op de verzoeken van de deken. Met zijn opstelling geeft verweerder jegens de deken geen blijk van respect en gevoel voor de onderlinge verhoudingen en de toezichthoudende taak van de deken. Vanwege de verwevenheid van de aan verweerder in de klachtzaak en het dekenbezwaar gemaakte verwijten - het daaraan ten grondslag liggende feitencomplex is in beide zaken hetzelfde - ziet de raad aanleiding om in beide zaken één en dezelfde maatregel op te leggen. Schrapping.