Rechtspraak
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft de voorwaarden voor opheffing van zijn schorsing met voeten getreden door de deken o.a. niet (tijdig) althans in strijd met de waarheid te informeren over de financiƫle situatie van zijn kantoor en zijn praktijkvoering en de voortgang van de behandeling van de strafzaak tegen hem. Daarnaast is door zijn bewezenverklaarde strafrechtelijke gedragingen en de daarvoor aan hem opgelegde gevangenisstraf niet alleen zijn eigen integriteit aangetast maar ook en vooral het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Hoewel verweerder zich heeft uitgeschreven als advocaat, legt de raad een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 26 weken op.