Rechtspraak
Dekenbezwaar gegrond. Samenhang met klachtzaak 20-454/AL/MN. De raad constateert dat verweerder artikel 7.7, eerste lid onder b, Voda en de bovengenoemde gedragsregel heeft geschonden doordat hij met zijn cliƫnte een resultaatgerelateerd honorarium is overeengekomen. Verweerder heeft daarmee in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit gehandeld. De raad rekent dat verweerder zwaar aan. De raad houdt er bij de oplegging van een maatregel rekening mee dat verweerder onvoldoende inzicht heeft getoond in het ontoelaatbare van zijn handelen. In het voordeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat hij niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. Nu de raad in de samenhangende en gelijktijdig behandelde klachtzaak aan verweerder al een voorwaardelijke schorsing heeft opgelegd, zal de raad in de onderhavige zaak geen maatregel opleggen.