Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. De raad constateert dat verweerder artikel 7.7, eerste lid onder b, Voda en gedragsregel 25 heeft geschonden doordat hij met zijn cliƫnte een resultaatgerelateerd honorarium is overeengekomen. Verweerder heeft daarmee in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid en integriteit gehandeld. De raad rekent dat verweerder zwaar aan. De raad houdt er bij de oplegging van een maatregel rekening mee dat verweerder onvoldoende inzicht heeft getoond in het ontoelaatbare van zijn handelen. In het voordeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat hij niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. De raad is - rekening houdend met alle omstandigheden - van oordeel dat de oplegging van een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van acht weken passend en geboden noodzakelijk is.