Rechtspraak
Dekenbezwaar tegen medebestuurder stichting derdengelden vanwege oneigenlijk gebruik derdengeldenrekening. Verweerder heeft in strijd gehandeld met de ratio en strekking van de artikelen 6.23 leden 1 en 2 Voda, 6.22 lid 3 Voda en 6.19 Voda door in 2013 toestemming aan zijn cliënt en diens huurder te geven om een aanzienlijke borgsom voor onbepaalde tijd op de derdengeldenrekening van de stichting te storten. Dat daarvoor toen of in de zeven jaren later, tot het moment van overboeking van die gelden, er enige noodzaak bestond om die gelden op de derdengeldenrekening te parkeren, is de raad niet gebleken. Ook heeft verweerder in strijd met de kernwaarden financiële integriteit en onafhankelijkheid gehandeld en wordt hem aangerekend dat hij zijn medebestuurder hierin heeft meegetrokken. Berisping.