Naar boven ↑

Rechtspraak

Aan deze klachtzaak ging de omvangrijke klachtzaak met nummer 18-474/DH/RO vooraf. In 18-474 is het verzet van klager ongegrond verklaard. De raad heeft de deken in de verzetsbeslissing in overweging gegeven om, zakelijk weergegeven, enkele nog niet onderzocht onderdelen van de klacht, waaronder in ieder geval de financiële integriteit van het declaratiegedrag van verweerder, nader te onderzoeken. Dit nadere onderzoek heeft geleid tot deze klacht. De raad komt tot een gedeeltelijke gegrondverklaring en legt een waarschuwing op.

 

Uit de overwegingen bij klachtonderdeel b blijkt dat verweerder de financiële kant van de zaken die hij voor klager behandeld heeft onvoldoende schriftelijk heeft vastgelegd. Dat als gevolg daarvan misverstand, onzekerheid en geschil is ontstaan blijkt uit deze klachtzaak. De raad doelt daarbij niet alleen op de omstandigheid dat een klacht is ingediend over onzorgvuldigheid in het declaratiegedrag van verweerder, maar ook op de omstandigheid dat de informatie in het klachtdossier en de toelichting daarop van verweerder onduidelijk en lastig te doorgronden is. Verweerder heeft aldus onzorgvuldig gehandeld en dat is niet zoals het een behoorlijk handelend advocaat betaamd.  De raad houdt er bij het bepalen van de hoogte van de maatregel rekening mee dat klager, volgens zijn eigen verklaring, (nog) niets heeft betaald aan verweerder voor alle verleende diensten.