Rechtspraak
Kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Het hoger beroep richt zich tegen de gegrond verklaarde klachtonderdelen b en c. Concreet stelt klaagster dat verweerder op de hoogte had dienen te zijn met de zorgovereenkomst die haar wederpartij in de procedure bij antwoord had overgelegd. Anders dan de raad oordeelt het hof dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van de voorbereiding van de zitting bij de kantonrechter en het ter zitting intrekken van de zaak. Verweerder mocht afgaan op de nadrukkelijke mededelingen van klaagster dat zij nimmer een zorgovereenkomst had ondertekend. Klaagster verwijt verweerder verder dat zij het vonnis van de kantonrechter van 14 maart 2018 eerst na het verstrijken van de beroepstermijn van verweerder heeft ontvangen. Het hof acht zijn verklaring omtrent het verstrekken van het vonnis geloofwaardig. Daarbij neemt het hof in overweging dat vast staat dat klaagster op de hoogte was met de inhoud van het vonnis aangezien zij aanwezig was bij het intrekken van de vordering ter zitting. Het hof verklaart beide klachtonderdelen ongegrond en vernietigd de beslissing van de raad.