Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. Verweerder heeft herhaaldelijk in strijd gehandeld met gedragsregel 29 en de kernwaarden integriteit en deskundigheid. Verder heeft verweerder gedragsregels 6 en 24 geschonden. Hij heeft hierdoor niet alleen mr. S benadeeld, maar ook een adequate, efficiƫnte en voortvarende bemiddeling door de deken onmogelijk gemaakt. Verweerder heeft op de zitting niet aan de raad duidelijk kunnen maken waarom hij heeft gehandeld zoals hij heeft gedaan. De raad kan dan ook niet anders concluderen dan dat een en ander totaal geen prioriteit had. Nu sprake is van schending van kernwaarden en gelet op het feit dat verweerder in het verleden ook regelmatig in gebreke is gebleven tijdig over te gaan tot verrekening van een toevoeging en door de toenmalige deken op zijn verantwoordelijkheden daarvoor is gewezen, is de raad van oordeel dat in dit geval niet met minder kan worden volstaan dan een berisping.