Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Klacht met elf onderdelen over de eigen advocaat. Door niet op de rolzitting te reageren, dit niet met klager te communiceren en het aan te laten komen op een akte niet-dienen, heeft verweerder niet gehandeld zoals het een zorgvuldig en redelijk handelend advocaat betaamt. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is verweerder ook in het geval van betwisting van de verrekening dan wel de vrijwaring gehouden om het geldbedrag op de derdengeldenrekening dat aan klager toebehoort naar klager over te maken. Door dit niet te doen en te wachten totdat klager het formulier ‘betalingsopdracht en verrekening’  terugstuurt, heeft verweerder in strijd gehandeld met artikel 6.19 van de Voda en ook tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Tot slot heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet vooraf met klager te overleggen over het tegenvoorstel van de wederpartij, althans niet schriftelijk vast te leggen dat dit is gebeurd en dat klager daadwerkelijk akkoord was met het voorstel. Drie klachtonderdelen gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond. Voorwaardelijke schorsing van zestien weken.