Naar boven ↑

Rechtspraak

Beklag ex art. 5 Advocatenwet tegen de beslissing van de raad van de orde om klagers verzoek tot (her)inschrijving op het tableau niet in behandeling te nemen. Het hof stelt vast dat klager, voordat hij zichzelf van het tableau liet schrappen, in een hooglopend en langdurig conflict was gekomen met de wederpartij van zijn cliƫnt, de deken van het arrondissement en in diens voetspoor verweerder. Klager is op grond van zijn handelen in die kwestie tuchtrechtelijk veroordeeld en liet zich schrappen toen de deken voornemens was om onderzoek te doen naar klager en zijn kantoorgenoot. Op het moment van klagers verzoek waren nog geen twee jaar verstreken sinds de schrapping. De voorgeschiedenis van de schrapping wordt niet genoemd in het verzoek. Evenmin blijkt eruit dat klager de (zakelijke) banden heeft verbroken met de desbetreffende kantoorgenoot. Klager heeft er tegenover de raad geen blijk van gegeven dat hij zich ervan bewust is dat hij diverse betrokkenen in hun beroeps- of ambtsuitoefening heeft geraakt en mogelijk beschadigd. Aan de suggestie van leden van de raad om daarover met de vorige deken in contact te treden, heeft hij geen gehoor gegeven. Gelet op deze omstandigheden heeft de raad in het licht van de voorgeschiedenis kunnen oordelen dat sprake is van de gegronde vrees dat klager zich, wanneer hij opnieuw tot de balie zou toetreden, andermaal schuldig zou maken aan gedrag dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Beklag ongegrond.