Rechtspraak
Dekenbezwaar (in vijf van de zeven onderdelen) gegrond. Verweerder heeft (om de beroepstermijn te redden) zonder instructie van de cliënt hoger beroep ingesteld van een strafvonnis in eerste aanleg waarbij zijn cliënt was veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur. Vervolgens heeft hij zonder voorafgaand contact met de cliënt en zonder de cliënt schriftelijk te informeren over de risico’s en kansen van hoger beroep of over de risico’s van het niet verschijnen in hoger beroep, het hoger beroep ter zitting van het hof door een waarnemer, stagiair van zijn kantoor, laten behandelen. Nadat cliënt ook niet op zitting was verschenen, heeft deze waarnemer verklaard gemachtigd te zijn namens cliënt om de verdediging te voeren. In hoger beroep heeft het hof cliënt van verweerder vervolgens veroordeeld tot een gevangenisstraf van 162 dagen. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die in de gegeven omstandigheden van hem als redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mocht worden verwacht en met de kernwaarde deskundigheid door onvoldoende pogingen te doen met zijn cliënt in contact te komen, haar niet goed en niet schriftelijk te adviseren, zijn waarnemer niet goed te instrueren en de aansprakelijkheidsstelling van zijn cliënt vervolgens niet tijdig naar zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar door te sturen. Verder heeft verweerder gehandeld in strijd met gedragsregel 29. Voorwaardelijke schorsing van vier weken en kostenveroordeling.