Naar boven ↑

Rechtspraak

Herzieningsverzoek advocaat. Verzoekster heeft in het kader van artikel 1.2 Herzieningsprotocol geen feiten aangevoerd die voor de beslissing van het hof hebben plaatsgevonden en destijds niet bekend konden zijn bij verzoekster. Dat verzoekster het niet eens is met de feitenvaststelling door het hof doet daar niet aan af. Ook heeft verzoekster onvoldoende aangevoerd voor een geslaagd beroep op art. 1.2 sub b Herzieningsprotocol (geen eerlijk proces). Dat het hof gemotiveerd een bewijsaanbod van verzoekster heeft gepasseerd is onvoldoende voor de conclusie dat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dat de tuchtrechters vooringenomen en ‘kritiekloos’ de zaak hebben behandeld is eveneens niet aannemelijk gemaakt. Verzoekster heeft geen zwaarwegende omstandigheden aangevoerd die de vrees rechtvaardigen dat mogelijk sprake is van partijdigheid. Voor zover verzoekster heeft aangevoerd dat zij geen eerlijk proces bij de raad heeft gehad, geldt dat zij daarvoor herziening bij de raad had kunnen vragen. Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk.