Rechtspraak
Klager stelt dat sprake is geweest van onnodig grievende uitlatingen door verweerster jegens hem, doordat zij heeft geweigerd om de bij haar verweerschrift overgelegde foto’s van zijn overleden neef in een erfrechtelijke kwestie alsnog terug te trekken. Naar het oordeel van de raad waren die foto’s nodig vanwege de substantieringsplicht van verweerster en is niet gebleken dat zij, voor zover al met een foto sprake is van uitlatingen, het oogmerk had om klager daarmee onnodig te grieven. Klacht ongegrond.