Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht over eigen advocaat in echtscheidingsgeschil. De klachten over de gang van zaken in een voorlopige voorzieningenprocedure en over de advisering over de conversie van de pensioenaanspraken oordeelt de raad als te laat en daarmee als niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 sub a van de Advocatenwet. Van verschoonbare termijnoverschrijding geen sprake. Voor zover de 3e klacht al niet-ontvankelijk moet worden verklaard, is de raad van oordeel dat het verweerster vrij stond om klager te laten weten dat zij het niet zag zitten om een procedure over de verrekening van gemaakte huishoudelijke kosten voor hem te voeren. Een dergelijke procedure vloeit ook niet automatisch voort uit de aan verweerster verstrekte opdracht. Klacht in zoverre ongegrond.