Rechtspraak
Betreft klacht over het optreden van een kantoorgenote van verweerder, van wie verweerder de patroon is, tegen klager, een voormalige cliënt van verweerder. Klager vormde samen met zijn zus, de cliënte van de stagiaire, een v.o.f. Klager is in het verleden voor deze v.o.f. opgetreden. Klager en zijn zus zijn vervolgens in een geschil verwikkeld met betrekking tot de v.o.f., waarin de stagiaire van verweerder de zus heeft bijgestaan. De raad heeft geoordeeld dat de zaak waarin de stagiaire de zus heeft bijgestaan niets te maken heeft met de zaken waarin verweerder voor de v.o.f. is opgetreden. Evenmin is er sprake van vertrouwelijke of zaaksgebonden informatie waarover verweerder beschikte en die gebruikt kon worden tegen klager. Ook overigens is niet gebleken van redelijke bezwaren tegen het optreden van de stagiaire tegen klager.
Van medeplichtigheid aan het verduisteren van gelden is niet gebleken. De stagiaire heeft, met medeweten van verweerder, haar cliënte geadviseerd de gelden van de rekening van de v.of. “veilig te stellen” in verband met verplichtingen van de v.o.f. Dat kan niet als medeplichtigheid aan verduistering worden beschouwd.
Klacht is in al haar onderdelen ongegrond.