Rechtspraak
Beklag over de weigering tot inschrijving van advocaat (ex art. 5 Advw). Klager is in 1992 geschrapt als advocaat op grond van een beslissing van het hof over de financiƫle integriteit. Na een schrapping door het hof kan een advocaat opnieuw worden ingeschreven mits sprake is van bijzondere omstandigheden die een hernieuwde inschrijving van deze advocaat op het tableau wettigen. Klager heeft niet op een overtuigende wijze blijk gegeven van een gedragspatroon dat nieuwe ontsporingen in hoge mate onwaarschijnlijk maakt. Klager lijkt het namelijk nog steeds oneens te zijn met de beslissing tot schrapping uit 1992 en kan nog altijd geen duidelijkheid gegeven over hoe de financiƫle kwestie uit de schrappingsbeslissing tot een oplossing is gekomen. Het hof vindt het zorgwekkend dat klager (nog steeds) niet het verschil ziet tussen een derdengeldenrekening en een kantoorrekening op naam van hemzelf. Voorts heeft klager niet duidelijk gemaakt hoe in de door hem beoogde samenwerking met een andere advocaat zorgvuldig en in overeenstemming met de geldende beroepsnormen het omgaan met derdengelden wordt gewaarborgd. Een gedetailleerd en onderbouwd praktijkplan ontbreekt. Beklag ongegrond.