Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Aangezien de beslissing van de raad op 4 maart 2019 is toegezonden aan klaagster, kon klaagster uiterlijk op 3 april 2019 hoger beroep instellen. Het beroepschrift is echter pas per e-mail van 4 april 2019 ter griffie van het hof ontvangen. Het per aangetekende post verzonden beroepschrift met bijlagen is een dag later, te weten op 5 april 2019 ter griffie van het hof ontvangen. Nu het beroepschrift van klaagster door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk als bedoeld in artikel 56a, lid 1 van de Advocatenwet.