Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou de privé-documenten van klager op onzorgvuldige wijze hebben geretourneerd en excessief hebben gedeclareerd. Een advocaat dient uit hoofde van de op hem rustende geheimhoudingsverplichting uiterst zorgvuldig om te gaan met de door zijn cliënt aan hem verstrekte bescheiden. Naar het oordeel van het hof staat voldoende vast dat de door klager bedoelde bescheiden aan verweerder waren toevertrouwd toen klager als cliënt met verweerder contact had, alsmede dat het privacygevoelige stukken betreft. Verweerder heeft deze bescheiden niet aan klager geretourneerd door een klager niet bekende derde (R) laten bezorgen in een horecagelegenheid in Den Haag, alwaar de bescheiden door J. opgehaald zouden moeten worden, zodat J vervolgens deze bescheiden aan klager zou kunnen teruggeven. Met klager heeft geen overleg over deze gang van zaken plaatsgevonden. Hiermee heeft klager niet gehandeld zoals dat van een zorgvuldig advocaat mag worden verwacht. De klacht daarover is gegrond.  Ten aanzien van de klacht over de declaratie van 13 november 2014, waarvan klager stelt dat het daarbij in rekening gebrachte honorarium excessief was, overweegt het hof dat verweerder onweersproken heeft gesteld dat klager hierover pas heeft geklaagd op 15 november 2017 zodat de termijn van drie jaar waarbinnen geklaagd kan worden is overschreden. Het hof houdt het er daarom voor dat de klacht is ingediend na verloop van drie jaren vanaf de dag waarop klager kennis had kunnen nemen van het handelen van verweerder waarover geklaagd wordt. Wat dit klachtonderdeel betreft is klager niet-ontvankelijk. Gedeeltelijke bekrachtiging beslissing van de raad. Bekrachtiging berisping. Proceskostenveroordeling.