Naar boven ↑

Rechtspraak

Hoger beroep gericht op door de raad opgelegde maatregel van schrapping na gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde integriteit door cliënten en derden ertoe te bewegen betalingen, die zijn kantoor toekwamen, aan hem te doen en door te trachten deze onregelmatigheden te verbergen door het bewerken van een bankafschrift. Ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden en het door verweerder getoonde inzicht in het laakbare van zijn gedrag, acht het hof schrapping de enig passende maatregel gelet op de relatief lange duur – bijna 12 maanden – dat de onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, het feit dat sprake is geweest van een samenstel van activiteiten, waarmee uitsluitend verweerders eigen belang was gediend. De integriteit van een advocaat is een belangrijke, zo niet de belangrijkste kernwaarde van de advocatuur. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij die waarde beschermt, zich van die waarde voortdurend bewust is en dat hij zijn handelwijze afstemt op het voorkomen van twijfel daarover. Bekrachtiging.  Geen aanleiding tot matiging proceskostenveroordeling.