Rechtspraak
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou zich hebben opgedrongen aan en een handtekening hebben ontfutseld van klagers moeder, zijnde een demente bejaarde vrouw, en zou aanwezig zijn geweest bij een medische beoordeling. Verweerder zou tevens de (met klagers moeder tegenstrijdige) belangen behartigen van klagers broer en hem hebben geassisteerd bij een vooropgezet plan om onder valse voorwendselen in te trekken in de woning van klagers moeder. In hoger beroep komt klager op tegen de beslissing van de raad, waarin zijn klacht tegen verweerder niet-ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van een eigen belang. Klager voert aan dat zijn moeder als gevolg van het handelen van verweerder betrokken is geraakt in een familiestrijd en dat hij hiervan zowel emotioneel als financieel nadelige gevolgen heeft ondervonden. Bovendien behartigt klager mede de belangen van zijn moeder, die hiertoe zelf niet in staat is. Het hof oordeelt dat klager geacht moet worden te zijn getroffen in persoonlijke, eigen belangen, zodat klager ontvankelijk is in zijn klachten. Het hof overweegt dat verweerder reden had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van klagers moeder, maar de in dit verband vereiste grootst mogelijke zorgvuldigheid niet heeft betracht. Verweerder heeft zich daarnaast tevens opgeworpen als advocaat van klagers broer en vervolgens weer ontkend voor hem op te treden. Mede gelet op de psychische kwetsbaarheid van de moeder, de manier waarop de opdracht tot stand is gekomen en het ontbreken van financiële afspraken, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat verweerder twijfel heeft doen rijzen over wiens belangen hij nu eigenlijk diende. Dit raakt aan de integriteit van verweerder. Om deze reden legt het hof aan verweerder de maatregel van berisping op. Veroordeling in de proceskosten.