Rechtspraak
Klacht ongegrond. Nadat klaagster verweerder schriftelijk had verzocht om betaling van de bij beslissingen van de Raad van Discipline en het Hof van Discipline opgelegde proceskostenveroordelingen, heeft verweerder deze bedragen voldaan. Dat verweerder zich aanvankelijk op verrekening heeft beroepen leidt niet tot een ander oordeel. De raad overweegt ten overvloede dat verweerder, als lid van de Raad van de Orde van Advocaten de functie van waarnemend deken bekleedt. Het heeft de raad (van discipline) daarom bevreemd dat de deken uit het eigen arrondissement de klacht tegen verweerder heeft onderzocht. Wat de raad betreft had het voor de hand gelegen dat de deken de voorzitter van het Hof van Discipline had verzocht om het onderzoek door een deken van een ander arrondissement te laten verrichten, zulks met (analoge) toepassing van artikel 46c, vijfde lid Advocatenwet.