Naar boven ↑

Rechtspraak

Wrakingszaak. De grond voor de wraking is dat door een terecht gedaan aanhoudingsverzoek van verzoeker ongemotiveerd af te wijzen de tuchtrechters  klaagster in de klachtzaak hebben gefaciliteerd, waaruit een vooringenomenheid van verweerders richting verzoeker blijkt. Op grond van artikel 1 lid 5 van het Wrakingsprotocol raden van discipline dient het wrakingsverzoek zodra de feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid in de visie van de verzoeker schade zou lijden aan de verzoeker bekend zijn geworden, te worden gedaan. Verzoeker heeft op 2 oktober 2018 vernomen dat zijn aanhoudingsverzoek van 27 september 2018 niet werd gehonoreerd en dat de behandeling op 8 oktober 2018 doorgang zou vinden. Verzoeker had nog voor de zitting een wrakingsverzoek kunnen doen maar heeft daarmee ruim twee maanden (3 december 2018) gewacht. De voor het tijdsverloop aangevoerde reden (late kennisname van een tuchtuitspraak) wordt niet gehonoreerd. Niet ontvankelijkheid.