Naar boven ↑

Rechtspraak

Ongegrond verzet. De raad merkt nog op dat klager er ten onrechte vanuit gaat dat verweerster moet aantonen dat zij de opdracht van wijlen zijn vader heeft gekregen. Klager gaat daarbij voorbij aan de omstandigheid dat zijn vader ten tijde van de opdrachtverstrekking onder bewind stond, zoals door de voorzitter ook is overwogen, en de bewindvoerder namens vader, uit zijn naam, met toestemming van de kantonrechter kon procederen. Nu verweerster ter zitting voorts inzicht heeft getoond dat haar brief van 23 november 2015 aan klager mogelijk wat hard was aangezet, is ook dat naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, mede gezien de door verweerster daarover gegeven uitleg over de situatie van dat moment.