Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tegen optreden deken ongegrond. Uit het klachtdossier blijkt van vele en ernstige bezwaren van leden van de rechterlijke macht tegen het optreden van klager tijdens en buiten de zitting. Uit het klachtdossier blijkt ook van de vele inspanningen die de deken zich heeft getroost om daarover in gesprek met klager te komen en om hem voor te houden dat het belangrijk is een werkbare verstandhouding met de rechterlijke macht te behouden. Het behoort tot de taak van de deken om te trachten klachten in der minne te schikken en om toezicht uit te oefenen onder meer ter voorkoming van nieuwe klachten. Hoewel het gedrag van klager in de onderhavige tuchtzaak niet ter beoordeling van de raad staat, kan wel worden geconcludeerd dat klager door zich te storen aan een door verweerder gebezigde uitdrukking als “aanvliegen” en zich te storen aan een verschrijving voor wat betreft een datum en foutieve kwalificatie van een bijeenkomst, er blijk van geeft weinig oog te hebben voor de hierboven omschreven taken van de deken. Uitzonderingen daargelaten, die zijn gesteld noch gebleken, bestond er voor verweerder geen verplichting om de informatie die hij in zijn hoedanigheid van deken heeft verkregen ten behoeve van het door hem uit te oefenen toezicht met klager te delen. Dit is ter beoordeling van de deken. Verweerder heeft geprobeerd om klager uit te leggen dat hij in zijn contacten met de president van het gerechtshof een toon heeft aangeslagen die een advocaat niet past. Verweerder heeft klager tevens willen wijzen op de onnodigheid hiervan. De door verweerder  gebruikte woorden getuigen, in deze context, geenszins van een verkeerde opvatting over het vak, nog daargelaten dat opvattingen of gedachten zich in een domein bevinden dat buiten het bereik ligt van het tuchtrecht.