Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht ten dele gegrond. De raad stelt voorop dat de tuchtrechter de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliĆ«nt in volle omvang toetst maar daarbij rekening moet worden gehouden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes – zoals over procesrisico – waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van de opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden verwacht mag worden. Het ging om een letselschadezaak waarin door de rechter aan een deskundige de vraag was voorgelegd of de medische klachten het gevolg waren van medische fouten of andere factoren een rol speelden. De deskundige concludeert in zijn rapport dat de chirurg een medische fout heeft gemaakt maar dat het feit dat klager niet meer op de polikliniek is verschenen van invloed is geweest op het resultaat van de behandeling en dat indien klager wel zou zijn verschenen er meer onderzoek gedaan had kunnen worden waardoor wel de juiste diagnose gesteld had kunnen worden met als gevolg een beter resultaat van de behandeling. Tussen partijen staat vast dat door klager stukken waren aangedragen waarmee de onjuistheid van de aanname van de deskundige dat klager niet was verschenen kon worden aangetoond. Daarmee heeft verweerder in de stand waarin de zaak zich toen bevond echter niets gedaan. De raad is van oordeel dat verweerder een fout heeft gemaakt door deze stukken, ondanks de daartoe uitdrukkelijk door klager uitgesproken wens, niet aan de rechtbank door te zenden.