Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing: dat verweerder de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden, is de voorzitter niet gebleken. Als partijdige belangenbehartiger diende verweerder immers namens (het college van burgemeester en wethouders van) de gemeente de door hem relevant geachte informatie op verzoek van de rechtbank te verstrekken aan de rechtbank zoals hij dat hij dat heeft gedaan in zijn faxbericht van 28 september 2017. Dat verweerder ermee bekend was dat meerdere raadsbesluiten van de gemeente niet zijn uitgevoerd of anderszins onjuiste informatie heeft verstrekt, wat bovendien als criminele daad van verweerder kan worden beschouwd, is de voorzitter, bij gebreke van feiten of omstandigheden die dat verwijt concreet onderbouwen, niet gebleken. Het is uiteindelijk de bestuursrechter geweest die, na toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor, op 3 november 2017 op de twee verzoeken van klager heeft beslist. Voor zover klager zich daarmee niet kon verenigen, stond voor hem de mogelijkheid open om verzet aan te tekenen bij de rechtbank. Niet valt in te zien in hoeverre van de handelwijze van verweerder in de gegeven omstandigheden als advocaat van de wederpartij van klager aan hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Kennelijk ongegrond.