Naar boven ↑

Rechtspraak

Afwijzing schadevergoeding, niet buiten twijfel

Klager verzoekt voorts verweerder (naar het hof begrijpt: persoonlijk) op de voet van art. 48b lid 1 (…) te veroordelen tot betaling van € 5.000,- (…). De schade bestaat uit onnodig gemaakte proceskosten (advocaatkosten en griffierecht) in de gevoerde procedures. Het hof wijst dit verzoek af. Voor een veroordeling in de schade is alleen dan plaats wanneer buiten twijfel is dat een civiele rechter het schadebedrag zal toewijzen. Het hof kan immers civiele geschillen niet beslissen. Dat de vordering buiten twijfel zal worden toegewezen is hier niet het geval. Verweerder betwist de vordering gemotiveerd. Ten aanzien van de stelling van klager dat hij onnodig kosten heeft moeten maken lijkt bovendien een relativering op zijn plaats. Klager had de kwestie van de rechtsgeldigheid van de ingeroepen vernietiging wellicht in reconventie aan de orde kunnen stellen.