Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorwaardelijke boete van € 2.500 bekrachtigd

Als onbetwist staat vast dat verweerder ten tijde van het bezoek van de deken (…) niet beschikte over een advocatenpas – en deze overigens ook nog niet in zijn bezit had ten tijde van de indiening van het hoger beroepschrift, terwijl de problemen bij de poging tot betaling in maart 2016 volgens verweerders stellingen inmiddels waren opgelost. Voorts staat met de erkenning van verweerder vast dat hij niet voldaan heeft aan het verzoek van de deken hem inlichtingen te verstrekken, bestaande in de toezending van bewijsstukken betreffende de beroeps-aansprakelijkheidsverzekering in 2016 en de Stichting Derdengelden. Dat betekent dat het bezwaar in zijn beide onderdelen gegrond is en dat de beslissing van de raad in zoverre zal worden bekrachtigd. Bij de bepaling van de maatregel betrekt het hof dat verweerder met stelligheid is blijven volharden in zijn weigering te voldoen aan zijn hierboven besproken verplichtingen. Reeds daarom kan een maatregel niet achterwege blijven.