Rechtspraak
Rauwelijks dagvaarden, geen maatregel
Verweerder heeft inderdaad gehandeld in strijd met Gedragsregel 19 (oud, nieuw: 6 lid 2) door klaagster zonder vooraankondiging en zonder haar verhinderdata te vragen, in rechte te betrekken. Het hof neemt echter in aanmerking dat de cliënten van verweerder en hun buurman X, voor wie klaagster naar haar zeggen als mantelzorgster optrad, reeds geruime tijd in gerechtelijke procedures over hinder over en weer verwikkeld waren en dat klaagster daarvan inhoudelijk precies op de hoogte was. Het kan voor klaagster geen verrassing zijn geweest dat de cliënten van verweerder ook tegen klaagster een verbod vorderden van handelingen die op hun vordering door de rechter aan X reeds waren verboden. Daarbij komt dat het nadeel voor klaagster uiterst beperkt is gebleven. Verweerder heeft een dagvaardingstermijn van een maand in acht genomen. Gebleken is ook dat klaagster een beroep had kunnen doen op een door haar rechtsbijstandverzekeraar ingeschakelde advocaat, maar dat zij daarvan om haar moverende redenen geen gebruik heeft willen maken. In de periode dat klaagster met vakantie was en dus naar haar zeggen geen tijd had voor voorbereiding van haar verdediging in rechte, heeft zij wel de onderhavige klacht ingediend.
Het hof acht, gezien deze omstandigheden, het nalaten van verweerder niet in die mate verwijtbaar dat oplegging van een maatregel aangewezen is.