Rechtspraak
Nemo tenetur (zie ook hoofdstuk 1)
Ter zitting van het hof heeft verweerder nog gesteld dat het internationaal verdragsrecht, waaronder art. 6 EVRM en artikel 14 IVBPR, alsmede het algemeen rechtsbeginsel van verdediging, zich ertegen verzetten dat een advocaat verplicht is mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Verweerder begrijpt daaronder het verstrekken van informatie aan de deken en de dreiging met een tuchtrechtelijke vervolging of veroordeling indien niet zou worden meegewerkt. (…)
Overigens, Gedragsregel 37 (29 nieuw), die naar het oordeel van het hof niet zonder meer in strijd is met genoemde verdragsrechtelijke bepalingen, houdt in dat de advocaat “tegen wie een onderzoek is ingesteld” verplicht is “alle gevraagde inlichtingen aanstonds te verstrekken”. Alleen onder bijzondere omstandigheden zou wellicht een beroep op zwijgrecht gehonoreerd kunnen worden. Bijzondere omstandigheden zijn evenwel gesteld noch gebleken.