Naar boven ↑

Rechtspraak

Onduidelijkheid over wie opdrachtgever was

Het hof overweegt dat verweerder zijn correspondentie en de declaraties op naam heeft gesteld van ‘de nabestaanden’. Nergens wordt gedefinieerd wie onder ‘de nabestaanden’ moet of moeten worden verstaan. Klager sub 2 en zijn halfzus waren contactpersoon voor verweerder, maar daarmee is niet gezegd dat zij beiden of een van hen ook de cliënt was. Niet ter discussie staat in ieder geval dat de halfzus niet als cliënte gold. Ook het feit dat klager sub 2 de declaraties van verweerder heeft betaald maakt hem nog niet tot cliënt. Met de raad is het hof van oordeel dat verweerder onduidelijkheid heeft laten bestaan over wie zijn cliënt was en dat verweerder (mede daardoor) onzorgvuldig is geweest in de financiële aspecten van de door hem behandelde zaak. Het had op de weg van verweerder gelegen om bij aanvang van de opdracht vast te stellen wie van de nabestaanden zijn cliënt was, na te gaan of die persoon in aanmerking zou komen voor een toevoeging en die persoon dan ook in de opdrachtbevestiging expliciet te benoemen. Dat heeft verweerder nagelaten.