Naar boven ↑

Rechtspraak

Betaling in auto’s

Verweerder heeft bij de raad verklaard dat voor een andere constructie is gekozen dan in de (…) brief, inhoudende dat de beide auto’s uiteindelijk niet in pand zijn gegeven om te dienen tot zekerheid voor de betaling van de nog openstaande nota’s van verweerder, maar dat deze auto’s als betaalmiddel zijn gebruikt. De raad heeft overwogen dat inbetalinggeving een andere rechtsfiguur is dan zekerheidsstelling en dat derhalve niet gesteld kan worden dat verweerder gelogen heeft. Tegen die overweging richt zich het hoger beroep van klager. Ter zitting van het hof heeft verweerder desgevraagd verklaard dat de automobielen feitelijk aan hem zijn afgegeven, met de sleutels en de autopapieren zonder dat omtrent een koopprijs van de auto’s door verweerder met zijn cliënten tevoren afspraken zijn gemaakt. Over de waarde van de auto’s is toen niet gesproken. De auto’s zijn door verweerder verkocht. Daarna is de opbrengst in mindering gebracht op het saldo van de openstaande declaraties. Het hof is van oordeel dat onder die omstandigheden, (…), sprake is van parate executie van een vuistpand (…) en niet van betaling in naturavan een geldschuld. Anders dan de raad is het hof dan ook van oordeel dat verweerder de automobielen tot zekerheid van de betaling van de declaraties van zijn kantoor in ontvangst heeft genomen. Dit in aanmerking genomen, dient te worden geoordeeld dat verweerder (…) een onjuiste verklaring heeft afgelegd. De verklaring was bovendien ontwijkend omdat de essentie van de opgeworpen vraag was of de auto’s waren ingezet voor de betaling van de declaraties van het kantoor van verweerder, op welke vraag verweerder geen antwoord heeft gegeven.