Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. Verweerster is te kort geschoten in de zorg jegens haar cliënten en heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door cassatieschrifturen te laten opstellen door een advocaat die geen advocaat bij de Hoge Raad is, door deze te laten indienen door een cassatieadvocaat die zich daarover geen oordeel meer kon vormen en geen voorafgaand advies kon geven en door haar cliënten hierover niet of onvoldoende te informeren. Evenmin heeft zij haar cliënten geïnformeerd over de gevolgen van het cassatieberoep in het algemeen. Ook is een van de cassatieberoepen zonder instemming van de cliënt ingesteld. Alles overziend en mede in aanmerking genomen het tuchtrechtelijk verleden van verweerster, waaruit niet blijkt van een soortgelijk feit, acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden. Deze zaak hangt samen met 17-716/DH/DH.