Naar boven ↑

Rechtspraak

Zeer hoge declaraties, nauwelijks specificeren, dure zakenreizen: excessief

Omtrent de declaraties van verweerder ten bedrag van in totaal ruim € 652.000,- staat het volgende vast.

Verweerder heeft, behalve een (niet schriftelijk vastgelegde) inschatting van zijn kosten voor het opzetten van de franchise-structuur op € 150.000,-, verder geen enkele opgave vooraf gedaan van de te verwachten kosten van zijn werkzaamheden. De op € 150.000,- geschatte kosten bleken achteraf, zonder dat verweerder daarvoor had gewaarschuwd, het dubbele, omstreeks € 300.000,-, te belopen. Ook voor het tweede deel van de werkzaamheden van verweerder, rond de verkoop van de Thaise vennootschap, waarvoor verweerder (ruw aangeduid) ruim € 350.000,- in rekening heeft gebracht, heeft verweerder volgens zijn verklaring in het geheel niet over de kosten daarvan gesproken, (…) Wat betreft de specificaties staat vast dat de declaraties die verweerder vanuit X. B.V. stuurde aanvankelijk in het geheel niet gespecificeerd waren, terwijl verweerder, nadat daarom door mr. Y. namens klagers was verzocht, enkel de periode waarop de declaraties betrekking hadden, heeft vermeld, en in algemene zin heeft gesteld dat deze declaraties betrekking hadden op zijn werkzaamheden in Thailand. De declaraties vanuit het voormalige advocatenkantoor van verweerder waren wel gespecificeerd, maar van een groot aantal uren (750) is slechts zeer globaal de besteding aangegeven, terwijl bij navraag deze uren niet nader zijn gespecificeerd en volgens onweersproken verklaring van klagers daarvan niets in het dossier is terug te vinden. (…) In ko g klagen klagers er ook over dat verweerder onnodig hoge kosten heeft gemaakt en gedeclareerd voor een aantal reizen naar Thailand waarbij hij businessclass vloog, in de duurste hotels verbleef en kosten maakte voor wijnen en massages. (…). Verweerder is naar eigen zeggen (…) zeven keer naar Thailand gereisd. Verweerder heeft de stellingen van klagers op zichzelf niet bestreden (…) Het hof acht ko g deels ongegrond, namelijk voor zover het betreft de businessclass tickets aangezien dat voor een lange zakenreis niet buitensporig voorkomt, en het verblijf in hotels nu het hof niet kan beoordelen of dat onnodig duur is geweest, en voor het overige – voor wat betreft de luxe privé uitgaven – gegrond. (…). Al deze omstandigheden bij elkaar genomen brengen het hof tot het oordeel dat hier sprake is van excessief declareren. Verweerder heeft niet aannemelijk kunnen maken dat zijn werkzaamheden de zeer hoge declaraties rechtvaardigden. Daarnaast is het hof van oordeel dat verweerder een deel van de declaraties ten onrechte niet heeft gespecificeerd, terwijl latere verzoeken om specificatie niet tot een behoorlijke specificatie van de werkzaamheden hebben geleid.