Rechtspraak
Geen overleg met opvolgend advocaat
Vaststaat dat verweerder in de periode van (…) tot (…) ondanks in ieder geval vier schriftelijke verzoeken daartoe van klager niet heeft gereageerd op een redelijk verzoek om tot verrekening van een toevoegingsvergoeding over te gaan. Voor dit gedrag heeft verweerder geen (toereikende) verklaring kunnen geven. Terecht heeft de raad overwogen dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de welwillende houding die advocaten onderling ten opzichte van elkaar dienen aan te nemen. Een later door hem gemaakt excuus voor dit handelen neemt het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder niet weg.