Procedure tot vernietiging huwelijk

(…) dat klager onweersproken heeft gesteld dat hij na de vernietiging van zijn huwelijk met terugwerkende kracht onvermogend is geworden, en dat verweerder dit had moeten en kunnen voorzien. De stelling van verweerder dat klager ten tijde van zijn dienstverlening beschikte over een aanzienlijk vermogen, is daarmee irrelevant. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij klager zou wijzen op de mogelijkheden van een toevoeging (…). Daarnaast mag van verweerder worden verwacht dat hij ook in het nadere verloop van de procedure(s), telkens wanneer daartoe aanleiding mocht zijn, zich ervan vergewist of klager (niet) alsnog voor gesubsidieerde rechtshulp in aanmerking kan komen.