Naar boven ↑

Rechtspraak

Overlijden vóór behandeling door de raad, gevolmachtigde kan geen beroep meer instellen

De klager, X., is na het indienen van de klacht en de behandeling daarvan door de deken, vóór de zitting bij de raad overleden. Y heeft ter zitting van het hof verklaard dat X. hem vóór zijn overlijden heeft gevraagd de behandeling van de klachtzaak van hem over te nemen, en daarvoor een machtiging heeft afgegeven. Een volmacht eindigt echter door de dood (art. 3:72 aanhef en sub a BW), zodat Y., ook al ten tijde van de behandeling van de klacht ter zitting van de raad, niet meer als gemachtigde kon gelden. Het overlijden van een klager brengt op zichzelf niet mee dat de klacht als vervallen of ingetrokken moet worden beschouwd. Het hof heeft in gevallen waarin de klager tijdens de procedure in hoger beroep is overleden, wel overwogen (HvD 8 februari 2010, 5584) dat overeenkomstige toepassing moet worden gegeven aan art. 47a Adv.w., dat – in de tot 1 januari 2015 geldende tekst van de wet, die hier van toepassing is – inhoudt dat als een klacht wordt ingetrokken, de behandeling wordt gestaakt tenzij het hof om redenen van algemeen belang beslist dat de behandeling van de klacht wordt voortgezet, in welk geval de klacht verder wordt behandeld alsof deze van de deken afkomstig is. In dit geval is klager echter niet tijdens maar al vóór de procedure in hoger beroep overleden, en is het hoger beroep van de na het overlijden van klager gewezen uitspraak van de raad ingesteld door een derde op naam van de overleden klager. Dat is niet mogelijk. De slotsom luidt dat nu X. al vóór de behandeling bij de raad is overleden, en de volmacht aan Y. door het overlijden van S. is komen te vervallen, de behandeling van de klacht bij de raad had moeten worden gestaakt tenzij de raad aanleiding had gezien om de klacht om redenen aan het algemeen belang ontleend, voort te zetten alsof deze van de deken afkomstig was. Dat stadium is echter inmiddels gepasseerd. Het hof zal de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat de behandeling van de klacht door het overlijden van klager is gestaakt.