Rechtspraak
IND als werkgever en namens haar cliƫnten niet rechtsreeks in eigen belang getroffen
In klachtonderdeel b klaagt de IND over de zijns inziens onnodig grievende uitlatingen (lichaamskenmerken, marteling, beul) door verweerder jegens een IND-medewerker en zijn onnodig escalerende opstelling (door te verwijzen naar lichaamskenmerken van de behandelend ambtenaar). Kern van de klacht betreft derhalve de persoonlijke bejegening door verweerder van een IND-medewerker, (…). Aldus is deze medewerker degene die rechtstreeks in zijn belang kan zijn getroffen. Het belang van de IND, door de raad samengevat als een organisatorisch belang, is hiervan afgeleid, althans door de IND aan zich getrokken.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat de IND zijn klacht alleen voor zichzelf heeft ingediend, en in het bijzonder niet namens de medewerker. Recent heeft de IND namens die medewerker een klacht bij de deken ingediend, maar deze nieuwe klacht dient in de onderhavige procedure buiten beschouwing te blijven.
Naar het oordeel van het hof is de IND door de betreffende uitlatingen niet rechtstreeks in een zodanig eigen belang is getroffen dat hem een klachtrecht als bedoeld in de Advocatenwet toekomt. Het persoonlijke karakter van het tuchtrecht brengt mee dat alleen degene die onheus is bejegend over die bejegening kan klagen. Overigens kan in de onderhavige procedure er niet van worden uitgegaan dat de klacht van de IND-medewerker tegen verweerder gegrond zal worden bevonden. De klacht vormt immers nog onderwerp van onderzoek door de deken en de raad. Bijzondere omstandigheden waaruit zou kunnen blijken dat de IND in een eigen belang is getroffen in het geval de recent door de IND-medewerker ingediende klacht ongegrond wordt bevonden, zijn ten aanzien van dit klachtonderdeel niet gesteld. De IND verwijt verweerder (voorts) in de onderhavige procedure en in de asielprocedure verzuimd te hebben de gegevens van zijn cliënten te anonimiseren. Verweerder schendt daarmee de verplichting om vertrouwelijk om te gaan met de informatie van zijn cliënten, aldus de IND. De IND is ook ten aanzien van dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk. Degenen die rechtstreeks in hun belang getroffen zouden kunnen worden zijn de cliënten van verweerder. Dat deze klacht de IND in een eigen belang raakt, al was het slechts indirect, blijkt niet en wordt ook niet onderbouwd.