Rechtspraak
Grief: klager is geen partij in het tuchtgeding
Verweerder heeft zich in zijn beroepschrift (…) op het standpunt gesteld dat de raad de zaak dient te beoordelen zonder dat de raad – evenals de deken – de op de klacht betrekking hebbende stukken (in afschrift) dient door te sturen naar klager. Volgens verweerder is klager immers geen partij. Er vindt nu geen eerlijk proces plaats, (…).
Het hof overweegt dat ingevolge artikel 46d van de Aw – indien in een klachtprocedure geen minnelijke schikking wordt bereikt – de deken schriftelijk de klacht ter kennis van de raad brengt, en klager en de betrokken advocaat hierover schriftelijk op de hoogte worden gebracht. Ingevolge artikel 49 van de Aw worden bij de behandeling van een klacht door de raad klager en de betrokken advocaat opgeroepen voor verhoor; voorts worden de betrokken advocaat en klager in de gelegenheid gesteld tijdig van de processtukken kennis te nemen. Dezelfde regeling strekkende tot oproeping en informatievoorziening van zowel klager als de betrokken advocaat geldt voor de behandeling van de klacht door het hof op grond van art. 57 van de Aw.
Deken en raad hebben overeenkomstig deze wettelijke bepalingen gehandeld, en verweerder bij tussenbeslissing van 3 juni 2013 – hoewel dat reeds was geschied – nogmaals in de gelegenheid gesteld om op de klacht te reageren. Dat verweerder van deze gelegenheid – opnieuw – geen gebruik heeft gemaakt is zijn eigen keuze. De grief van verweerder tegen de tussenbeslissing wordt verworpen.