Rechtspraak
Omvangrijk beroepschrift, inlichtingen na afloop appeltermijn
Klager stelt in de tweede plaats dat hij zijn (op 21 febr. 2013 gedateerde) appelmemorie niet tijdig (te weten uiterlijk op 22 febr. 2013) heeft kunnen indienen omdat hij technische problemen ondervond bij het zevenvoudig uitprinten van dit 385 pagina’s tellende document. Ook dat (inclusief de keus voor het opstellen van een zo omvangrijke appelmemorie) is een omstandigheid die voor klagers risico komt.
In de derde en laatste plaats stelt klager dat hij op maandag 25 febr. 2013 telefonisch contact heeft genomen met de griffie van de raad, om te vragen waar hij het beste zijn beroepschrift kon bezorgen, in Prinsenbeek of in Arnhem. Naar zijn zeggen kreeg hij te horen dat hij het beroepschrift bij de receptie bij de raad kon afgeven, wat hij die ochtend nog heeft gedaan. ‘Samengevat, ik heb het beroepschrift bezorgd waar mij gevraagd werd door mevrouw de griffier’, aldus klager. Nog daargelaten dat in de gestelde uitlating van de griffier van de raad niet besloten ligt dat volgens deze griffier een op 25 febr. 2013 in Arnhem ingediend beroepschrift (mede) als tijdig ingediend zou worden aangemerkt, nu de gestelde uitlating volgens klager is gedaan op 25 februari 2013, en daarmee – naar hem bekend was – na het verstrijken van de termijn, heeft hij aan die uitlating geen vertrouwen kunnen ontlenen dat indiening op 25 febr. 2013 als tijdig aangemerkt zou worden.