Rechtspraak
Lange bezorgtermijn
Het hof heeft aan de hand van het poststempel op de envelop vastgesteld dat appellant zijn beroepschrift op 8 mei 2014 daadwerkelijk ter post heeft aangeboden en dat het beroepschrift correct was geadresseerd aan het huidige postadres van de griffie, ondanks dat in de beslissing van de Raad van Toezicht nog het oude postadres stond vermeld. Het beroepschrift is zodanig tijdig vóór afloop van de termijn ter post aangeboden, dat ook bij niet prompte postbezorging maar bij een – niet ongebruikelijke – vertraging met één of twee werkdagen indiening tijdig zou zijn geweest. Voorts heeft het hof geconstateerd dat de verhuizing van het postadres van de griffie ertoe heeft geleid dat een aantal poststukken gedurende langere tijd onderweg zijn geweest tussen het oude en het nieuwe postadres van de griffie met lange – ongebruikelijke – vertragingen in de uiteindelijke bezorging daarvan. In het bijzonder is gebleken dat meerdere poststukken die op 8 mei 2014 zijn verzonden eerst een week later, op 15 mei 2014, ter griffie zijn ontvangen.