Naar boven ↑

Rechtspraak

Onjuiste mededeling griffiemedewerker

Het hof stelt vast dat het verzetschrift op 14 november 2016, via de griffie van het Hof van Discipline, ter griffie van de raad is ontvangen en dat de raad het verzetschrift heeft opgevat – en in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft mogen opvatten – als een tot de raad gericht verzet tegen de voorzittersbeslissing van 11 oktober 2016. Daarmee is voldaan aan de voorwaarde die door de griffiemedewerker in de e-mail van 28 oktober 2016 is gesteld. De termijn voor het instellen van het verzet verliep op 11 november 2016 en was op 14 november 2016 verstreken. Naar het oordeel van het hof is deze termijnoverschrijding echter verschoonbaar omdat klaagster, een niet-professionele partij van wie niet is gebleken dat zij een rechtskennis heeft die vergelijkbaar is met de rechtskennis van bijvoorbeeld een advocaat, heeft mogen vertrouwen op de onder 6.2 (i) weergegeven mededeling van de griffiemedewerker van de raad (zie ook HvD 4 november 2013, ECLI:NL:TAHVD:2013:298). Aan dit oordeel kan het belang van verweerder, dat hij heeft vertrouwd dat de zaak per 12 november 2016 was afgerond, niet afdoen.