Rechtspraak
Moment bezorging bij de post niet relevant
Verweerder verzoekt het hof het beroep, ondanks de te late indiening, toch inhoudelijk te behandelen, omdat hij het beroepschrift op 3 september 2015 ter post heeft aangeboden. Het hof passeert dit betoog, omdat artikel 56 lid 3 Advocatenwet bepaalt dat een beroepschrift tijdig moet worden ingediend. Beslissend is daarbij volgens vaste rechtspraak van het hof de datum waarop de griffie het beroepschrift ontvangt, niet de datum van aanbieding ter post. Het beroep op reflexwerking van artikel 6:9 lid 2 Awb wordt als onjuist verworpen. Het hof wijst er ten overvloede op dat verweerder zijn beroepschrift ook per fax of e-mail had kunnen indienen om daarmee tijdige indiening te waarborgen.